Hoofdpersoon Wobbe is bezig met de beklimming van de Ballon d'Alsace.
Ik ben weer eens voorop geraakt. Niet omdat ik haast had, maar vanwege mijn vriendschap met Fil Mignon, een fijne collega die drie jaar geleden een half uur uit de kast is geweest tijdens een rustdag in de Giro. Wilt u een gedetailleerde beschrijving van zijn magnifieke fysieke mogelijkheden, dan moet ik verwijzen naar een voetnoot op pagina 73 van mijn autobio. Een tipje van de sluier wil ik wel oplichten: Fil is in staat met één hand op zijn rug, gehurkt en met zijn ogen dicht, enfin, je moet het gezien hebben. Fil Mignon demarreerde dus al na een paar kilometer, nam nog een paar renners mee, keek om en glimlachte. En zo rijden we met z'n vijven in een straf tempo door, want hoe meer voorsprong, hoe langer in beeld voor je weer wordt opgeraapt door het peloton. Na tachtig kilometer hebben we dertien minuten. Best veel, de grote groep vindt het kennelijk wel goed zo. Ik neem aan dat ze het tempo in de laatste vijftig kilometer gaan opvoeren, waarna we kansloos zullen zijn. Er rijdt een ploegmakker van Froome mee, een jonge Ier die we voortdurend de kop opdringen. Fil en ik hanteren de doorwrochte tactiek van de routinier: geef jonkies het idee dat ze kansloze losers worden als ze hun plicht verzaken. Werkt altijd. Walter Kennudy rijdt zich het snot voor ogen, wij kunnen een boompje opzetten over de kids en extreme make-overs, al doen we dat niet, waar ziet u ons voor aan. Ook Hilaire de Smet maakt deel uit van onze groep, een knoestige vent van zevenendertig uit Antwerpen. Hij geniet binnen het peloton enige reputatie vanwege hevige flatulentie. De man is in staat de Brabançonne te toeteren terwijl hij vijftig per uur fietst. Tijdens zo'n gifgasaanval breekt niet zelden het peloton in stukken en raakt hij zonder een trap te veel voorop. Vanwege deze medische rariteit is hij gewild bij diverse ploegen. Tijdens een van zijn eerste contractbesprekingen moest hij een staaltje van zijn winderigheid geven. Het gerucht gaat dat hij toen het complete fluitconcert in F grote terts, opus 4 van Händel heeft vertolkt, maar dat zal een broodje aap zijn. Verder dan deel 2, het Allegro, is hij vermoedelijk niet gekomen.Ooit zat hij in het sprinttreintje van Tom Boonen. Als hij gas gaf waren andere sprintploegen onmiddellijk kansloos, maar omdat ook Boonen tegen de methaanmuur opreed en last van zijn vullingen kreeg, werd de boel omgegooid. Hij rijdt nu achter Boonen. De Smet is de enige renner die nooit kopwerk hoeft te doen. Ja, elke coureur heeft zijn specifieke talenten.De vijfde man in ons groepje is Aug von Trapp, een Oostenrijker met een ontstellend gebrek aan historisch besef. Als hij 'praat' komen er gruwelijke associaties boven van een voorval waarmee we liever nooit meer geconfronteerd worden. De vuist, de keelklanken. Die triomfantelijke blik. Als er één scène is die we dus niet meer willen zien is het Louis van Gaal op een Münchens balkon. Voor de rest is Von Trapp een beste vent, voor een Oostenrijker. Ja, dat Duitse krijg je er natuurlijk niet uit, maar dat hoeft ook niet, daar kan zo'n jongen tenslotte niets aan doen. Bovendien kent hij Van Gaal niet eens. Kennudy trekt flink door en vooral Fil heeft moeite te volgen. Ik weet hoe dat komt. Fil kampt met een derde bal, een kwaal waar Lance Armstrong in ieder geval geen last van heeft. Zo'n derde bal betreft een trotse steenpuist op het zitvlak waardoor alleen staand trappen wordt aangemoedigd. Dan is 240 kilometer een heel eind. Ik vraag me dan ook af waarom Fil aan dit avontuur is begonnen. Óf hij is ernstig gedrogeerd ó f hij wil eenvoudigweg zo snel mogelijk thuis zijn. Hoe dan ook, het liefst zou hij in het laatste wiel zitten, maar daar zit Hilaire al, en suïcidaal is Fil absoluut niet. Ik heb medelijden met hem en met zijn goddelijke achterwerk.
We hebben nu negentien minuten voorsprong en ik begin te geloven in een mirakel. We moeten nog honderd kilometer, dus alles is nog mogelijk; als ze gaan jagen is er geen houden aan, maar aan de andere kant: wij vijven zijn geen gevaarlijke mannen voor het klassement. Niemand van ons heeft ooit bij de eerste vijftig gereden in een grote ronde. Mijn achterstand in het eindklassement was nooit minder dan een uur. Ik moet erbij vertellen dat ik als knecht ook geen enkele poging heb gedaan om de schade beperkt te houden; waarom zou je je een infarct fietsen voor een eenendertigste plek? Als je echt wilt winnen, neem dan een veilig kuurtje. Ik noem geen namen, maar hij eindigt op lekker. Niet vissen, nee, ik heb het niet over Thomas Dekker.Kennudy is onvermoeibaar en rijdt zeker driekwart van de tijd op kop. Met zijn conditie had ik al lang de Lus van Roden gewonnen. Hilaire geeft een boost van achteruit, ik doe af en toe wat kopwerk en Von Trapp trapt of hij op karateles bij Van Gaal heeft gezeten. Op de een of andere manier zijn we een soepel lopende machine. We praten nauwelijks met elkaar, wel wordt er gebaard, geknikt, geglimlacht. Het klopt, het deugt, het draait.Mijn oortje houdt zich opvallend koest. Ik zoek al helemaal geen contact. Vermoedelijk heeft LottoNL-Jumbo de opdracht gegeven mij wegens verregaande misdragingen onmiddellijk op straat te zetten, maar is de sponsor vanwege onze voorsprong nu zwetend de zaak aan het heroverwegen. Al een uur verkneukel ik me om deze impasse waarmee alleen een intelligente hoer raad zou weten. Ja, tijdens de koers is er genoeg tijd om te filosoferen over wat vrouwen beweegt.Het peloton is niet aan het jagen, kennelijk is er een wapenstilstand afgesproken. Laat ze maar rijden, die losers, is het credo. Hoeven wij voorlopig de koers niet te controleren, Parijs is nog ver. De echte prijzen worden pas later vergeven.We liggen nu vierentwintig minuten voor en ik hoor een klein stemmetje in mijn oor. Ik herken Jan. 'Doorrijden, Wobbe, jullie gaan het redden.' 'Wat zeg je?' 'Doorrijden, Wobbe, jullie gaan het redden.' 'Ik kan je niet goed verstaan. Wie gaan jullie redden?' 'Nee, niet redden. Doorrijden.' 'Gaan we het niet redden? Waarom moeten we dan doorrijden?' 'Nee, ja, wel, dus. Rijden.' 'Ik versta je niet.' 'Rijden. Rijden!' 'Wat denk je dat we hier aan het doen zijn, idioot! Kanoën?' 'Laat maar, Wobbe.' 'Wat?' 'Laat maar!' 'Wat is dat nou voor aanmoediging! Laat maar! Ik fiets me hier het schompes en jij zegt: laat maar! Hoe heb jij die baan eigenlijk gekregen? Via mevrouw de Groot? Via Bianca? Weet je hoe ze die bij ons noemen? Bianca de Grot.' 'Ik hang nu op.' ' Aan een boom, graag.'
Zo, die halve zool heeft weer iets om over na te denken. En Bianca de Groot wordt helemaal niet Bianca de Grot genoemd. Mocht ze willen, met haar uitgegroeide trekken. Volgens mij eet ze hooi als ze niet graast.Kennudy trekt nog steeds flink door en ook Von Trapp doet zijn werk. Hij kreunt even bij elke trap bergop, wat klinkt alsof hij een viertaktmotor nadoet. Waarschijnlijk is hij ooit gevallen voor Maria Sjarapova, begrijpelijk, maar haar kreun is oneindig veel erotischer. Zij komt klaar in drie sets, nog een hele zit, trouwens. Von Trapps oprispingen zijn beter te verdragen dan die van Hilaire de Smet, al wil ik iedereen afraden te kreunen met een Zuid-Duits accent. No more München, for heaven's sake.Gil Mignon heeft zich hervonden; het lijkt of hij het kwaad dwars door zijn koersbroek via het zadel heeft uitgeperst, rechtstreeks de tandwielen in, waarna het ten slotte in minieme partikels de bermen van de Elzas heeft bevloeid. De veldbioloog zal nooit weten waarom de vegetatie in de streek zo plotseling is opgebloeid.Mijn benen zijn goed. Dat is prettig, want ons wacht een aankomst bergop. Een nogal ellendige bult waar een normaal mens omheen zou gaan, tot een megalomane wethouder besloot zich onsterfelijk te maken door een konijnenspoor naar de top te asfalteren, waardoor wij nu door een haag van bipolaire Hollanders mogen proberen naar de finish te zweten.De berg heet de Grand Ballon d'Alsace en is ruim 1300 meter hoog. De hoogste van de Vogezen. Zestien kilometer klimmen, gemiddeld stijgingspercentage 6%, met uitschieters tot 8,5%. Geen Mont Ventoux, vooruit, maar wel een kreng. Bovendien gaat het niet om de hoogte of de steilte, maar om de snelheid waarmee naar boven wordt gereden. Ik sluit niet uit dat zelfs Willem-Alexander binnen een week de berg weet te tackelen, maar binnen het uur zal dat niet veel Nederlanders gegeven zijn, behalve misschien Willem-Alexander, maar dan naar beneden.
We naderen het begin van de klim als Von Trapp naast me komt rijden. Hij rijdt voor dezelfde ploeg als Mart Weldon. Weldon, het levende bewijs dat de evolutietheorie verfijning behoeft.'Hé, du!' 'Ja, How do.' Ik geef een klopje op zijn schouder.'Nein, du!' 'Wie?' 'Nein, nicht wie. Wer.' 'Wer?' 'Ja.' Wat een kletskop. 'Geht wohl. Kann minder, nicht? Es ist jedenfalss trocken. Und es bleibt gut, ohne zwiebel.' 'Nein, warte, es geht um etwas anderes. Ik muss sie warnen.' 'Verzeihung? Wo für dann? Von Gahl?' Soms hou je het niet tegen.
Ondanks zijn spraakgebrek is de Oostenrijker redelijk te verstaan. Uiteindelijk maakt hij me duidelijk dat zijn ploegleider een prijs op mijn hoofd heeft gezet. Von Trapp bezweert me dat de man sinds het ongelukkige incident met Mart Weldon een paar dagen geleden, in een verhoogde staat van paraatheid verkeert. 'Du must tot, hat er gesagt.' 'Tot?' Het schiet me even in de benen. 'Was ist das für unsinn?' 'Mart Weldon. Klar?' 'Vorlaufig nicht, nein. Ist deine pflugleiter verrückt worden? Was bekommen wir nun!' 'Mer sag ich nicht, Wobbe. Vorsicht! Er ist richtig vom Ratten beschnüffeld worden,' of woorden van gelijke strekking.
 
Klik hier om recensies te bekijken.